12. Sluipschutters in de nacht

Tactiek van de nachtjagers

Een bommenwerper is gelokaliseerd door de radarsystemen op Terschelling. Via radiocontact met grondstation Tiger wordt een nachtjager naar de overvliegende bommenwerper toe geleid.
1. De nachtjager benadert de bommenwerper van onderen en probeert het type van het toestel te bepalen. De nachtjager is in deze positie onzichtbaar voor de bemanning van de bommenwerper.
2. De piloot van de nachtjager trekt zijn toestel op. Hierbij vermindert zijn snelheid.
3. Nachtjager opent het vuur. (stippellijn)

De nachtjager is niet of nauwelijks zichtbaar voor de staartschutter van de bommenwerper. 

Deze tactiek was moeilijk, maar in de hand van ervaren piloten (“experten”) als Becker en Lent zeer effectief. Als de bommenlading werd geraakt ontplofte de bommenwerper, waarbij de nachtjager soms ook vernietigd werd. De experten richtten hun mitrailleurs op één van de motoren om die in brand te schieten. Het duurde vaak enige tijd voordat de brand het toestel zo beschadigd had dat het neerstortte. De nachtjager bleef de bommenwerper observeren, om te kunnen bepalen of hij zijn claim op een geslaagde aanval kon maken…

De bommenwerpers hadden geen verdediging tegen zo’n aanval. De eerste jaren van de oorlog wist de RAF niet eens van deze tactiek.

Afbeelding naar een voorbeeld van Ab Jansen, uit het boek “Wespennest Leeuwarden”.

Reacties (0)

Plaats een reactie

Your email address will not be published.